Zelfgemaakt staaltje geluk
Kijkend naar een prikbord waar alleen maar foto’s van jou staan, ga je jezelf vergelijken met de persoon wie je nu bent. Degenen in het verleden wie de subtiele opmerking plaatsten ‘dat je eigenlijk geen spat veranderd bent’, wie je altijd hard hebt afgesnauwd, ‘dat dit totaal niet waar is en je een totaal ander mens bent nu’, toch eigenlijk wel gelijk hadden. Je zag jezelf altijd als totaal ander mens als klein kind, het kind wat gepest werd en lelijk was. Je komt tot de conclusie dat het inderdaad wel hetzelfde mens is, en je toch niet zoveel bent veranderd. Het enige daadwerkelijke verschil is dat je ouder bent geworden. En het niet te verwaarlozen deel; je bent je onschuldigheid kwijtgeraakt. Dit betekent niet dat je nu alles doet wat God verboden heeft, totaal niet. Als klein kind had je geen keus, je was nou eenmaal het mensje wat je was. Je was het eindproduct van waar je opvoeding je heeft gebracht, hetgeen waar je mee was besmet door je familie, vriendjes en vriendinnetjes. Je kon als zesjarig meisje niet kiezen waar je stond in het leven, kiezen welke familieleden je haatte en welke niet. Je kon niet kiezen wie je toeliet in je leven en wie niet, deze mensen waren er gewoon
Wanneer je genoeg meemaakt in je jeugd, wordt je vervormd tot een ander persoon. Als je ouder wordt, ga je keuzes maken, bewust of onbewust. Je kiest de mensen uit waar jij je gelukkig bij voelt, of je kiest mensen uit waar je je minder gelukkig bij voelt als zelfbescherming zodat mensen niet te dichtbij komen. Je kiest de mensen naar wie je wilde luisteren, liet de mensen dichtbij wie je invloed op je uit liet oefenen. Je kan het deel negeren en niet denken aan waarom je hier nu bent, maar je kan er ook over nadenken. Je kan bewust keuzes maken en nadenken waar die keuzes je kunnen brengen in de toekomst. Bij het verliezen van mensen, kan je ervoor kiezen om zielig in een hoekje je af te zonderen en te gaan huilen, aandacht te zoeken omdat je dat zo nodig hebt.
Of, je gaat verder. Je denkt niet aan het verdriet, je denkt niet aan wat je niet meer hebt. Bewust, zodat je door kan, zoals diegenen zouden hebben gewild. Je kan genieten van het leven alsof er geen morgen meer bestaat, je bewust zijn van alles wat je hebt, alle mooie momenten die je mee mag maken. Liefde, familie, nepfamilie en vrienden. Zelfs een opleiding.
Je kan uit het zelf gecreëerde geluk energie putten om elke dag vol te houden. Zo kan je samen met de scheut van pijn, ook met liefde terugkijken naar wat je vroeger had, met de gedachte in je hoofd dat de toekomst niet alleen narigheid te bieden heeft. Zo is geluk niet langer de defenitie van iets wat je overkomt, maar iets wat je zelf maakt. Je maakt zelf de keuzes in je leven, en draagt alleen zelf de verantwoordelijkheid met deze keuzes verder te leven en het te accepteren. Van je fouten te leren. Je maakt je eigen wereld, wat niet perse een fantasiewereld is, maar de echte wereld door een roze bril.
Je kan leren elke dag door te vechten, en niet meer te hoeven denken aan de pijn, maar aan de pijnstillende momenten die je hebt.
Het is een wondermiddel, moet ik zeggen. Niet bij elke momenten stil te staan die klote zijn, dat je jezelf liever bij elkaar in een hoekje wil vegen en alles wilt vergeten. Door te gaan met een opgeheven hoofd, zo min mogelijk aan te trekken van wat anderen van je denken. Ze geven toch hun oordeel wel, dus waarom zou jij je daar zo druk over maken?
De persoon in kwestie die mij deze wijze woorden hebben geleerd zal ik toch even moeten vermelden in dit stuk. Mijn ‘oude, grote, wijze’ zus, die acht jaar ouder is en toch een halve kop kleiner is dan ik ben, heeft deze woorden tegen mij verteld toen ik een jaar of twaalf was. Dag op dag te leven, met een half oog naar morgen.
Dit stuk vertelt ook mijn ‘nickname’. Waarom Klavertje Fijf? Wanneer ik werd geboren, werd ik klavertje vijf genoemd. Ik was het vijfde gezinsdeel, na mijn vader, moeder, broer en dus. Ik moest dus extra geluk geven. “Maar Vijf is toch met een V?” Ja, klopt. Hier de terugkoppeling op mijn droom en opleiding. Een soort niet-grappig grapje.
Of ik nou echt geluk heb gegeven? Misschien, ik denk het niet. Gelukkig heb ik iets mooiers: ik maak namelijk mijn eigen geluk.