Het jojo-effect van sportmotivatie: liever met een wijntje op de bank
Het is weer zover: het ongeveer maandelijks terugkomende feest. En dan heb ik het niet over de rode vlag die moet worden uitgehangen.
Vaak begint het hele gedoe met een doordeweekse avond waarop ik met een zak chips of een bak ijs voor de televisie hang, kijkend naar één of andere serie die te belachelijk is om te benoemen. Vervolgens eet ik een vette pizza. De volgende avond verloopt precies als avond nummer één, weliswaar met een andere pizza, een andere smaak chips en een nog idiotere MTV-serie. Wanneer ik een dag later scrollend door mijn social media blader, kom ik allerlei ‘gezonde’ foto’s en updates tegen. Truus is na twee maanden sporten maar liefst vijf kilo afgevallen (voorzien van een onmiskenbare before-after foto), Johan is gezonder gaan leven en is vegetariër geworden en Liedewij is door het mindere snoepen en het hardlopen zó hard vooruit gegaan dat ze die maagband niet eens meer nodig heeft.
Gêne overrompelt me. De enige lichaamsbeweging die ik krijg, bestaat uit het vijf minuten lopen naar het station en het fietsen naar de Dirk (let wel: berg op) eens in de zoveel tijd. De pogingen die ik heb gedaan wat sporten betreft, zijn niet bepaald noemenswaardig. Elke maand (die bewuste ‘gemotiveerde’ periode) loop ik drie of vier keer hard, waarna ik die marathon in mijn hoofd al gelopen heb en ik het dus niet meer zo nodig vind en ik uiteindelijk toch dat wijntje op de bank prefereer. Of ik het ‘druk’ heb. De laatste keer dat ik een sportschool heb bezocht, is ondertussen al meer dan een jaar geleden. Daarnaast heb ik twee á drie weken geleden met een vriendin afgesproken om elke week te gaan zwemmen. Dit is tot dusver twee keer voorgekomen, waarna de moed mij in de schoenen zonk. De bejaarde Klaas van de overkant haalde me zeker drie keer in, terwijl ik er puffend en kreunend achteraan tufte.
De dagen na de schrikbarende ontdekking van de gezonde en fitte toestand van heel Nederland, kijk ik standaard te vaak in de spiegel. Ik teister mezelf door elke keer in mijn vetkwabbetjes te prikken. Dat is stadium 1: ontevredenheid. Daarna is stadium 2 aangebroken: ik wil wel sporten, maar kom tot de conclusie dat ik de benodigdheden niet in huis heb (lees: excuus).
Vier dagen na De Ontdekking komt het winkelen: stadium 3. Het úren lang drentelen in winkels om nieuwe, perfecte sportkleding te verzamelen. Bij de kassa word ik net niet onwel. Maar, bedenk ik me, het is voor het goede doel. Die paar euro’s verdienen zich nog wel terug.
De dagen (meestal twee) na stadium 3 besluit ik om te gaan sporten, stadium 4. De avond voor de Dag ben ik helemaal enthousiast: ik leg de sportkleding klaar, pak mijn geïmproviseerde sporttas alvast in en ik zet mijn wekker.
De Dag zelf begint met minimaal drie koppen koffie, waarna ik twee uur later daadwerkelijk in de sportschool sta. “Hoi, ik wilde me graag inschrijven?” Waarna de opgepompte vent met een lach vraagt of ik dat wel zeker weet. “Nee,” antwoord ik. Terwijl ik naar achteren loop om me om te kleden, kom ik -je raadt het nooit- mijn ‘baas’ tegen. “Ik kom jou ook overal tegen!” Twijfelend kleed ik me om. Nog iemand om me uit te lachen, denk ik. Het kan niet beter. Drie kwartier later sta ik bezweet en geërgerd weer in de kleedkamer. Elk begin is zwaar, denk ik. Over twee dagen een nieuwe kans.
Weer terug thuis weersta ik gelukkig de verleiding om een tosti op te peuzelen en besluit ik resoluut al het ongezonde en met E-nummers volgepropte eten uit mijn voorraadkast in de vuilnisbak te sodemieteren. Tevreden sta ik een kwartier later onder de douche. Daar bedenk ik me hoe lang deze periode van motivatie gaat duren. Ik hoop in ieder geval tot na de vakantie. Daarna mag ik van mezelf weer avonden doorbrengen met domme series, zakken chips en pizza’s.
Zoals ik al eerder heb geschreven, komt alles bij mij in vlagen en gaat alles net zo snel weer weg. Vooral motivatie. Daarom hoop ik van harte dat ik deze vlaag nog even mag koesteren, voordat ‘ie weer weg vliegt. In de tussentijd blijf ik op de grond vallen over de lompe, geïmproviseerde sporttas, maar, denk ik dan weer: het is immers voor het goede doel.
(Oh, en wees niet bang. Er komt over een aantal maanden geen before-after foto op mijn facebook te staan. Zo lang ga ik het niet volhouden)
Even op een rijtje: de verschillende beginnen-met-sport stadia
1. Ontevredenheid of ontkenning
2. Gebrek aan sportkleding (en motivatie)
3. Het drama van het winkelen
4. De Dag: het sporten